oogkanker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·kan·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogkanker oogkankers
verkleinwoord oogkankertje oogkankertjes

Zelfstandig naamwoord

de oogkankerm

  1. (medisch) kwaadaardige nieuwvorming uitgaande van oogweefsel
    • Een Amerikaanse vader van 25 jaar oud heeft bekend zijn dochtertje van 21 maanden vermoord te hebben. Het meisje had net een zeldzame vorm van oogkanker overleefd. De man was jaloers op alle aandacht die zijn dochtertje kreeg vanwege haar ziekte. [1] 
    • De Poolse atleet Piotr Malachowski wil zijn zilveren medaille verkopen om een 3-jarig ziek jongetje te helpen. Het kind vecht tegen oogkanker en de juiste behandeling kost veel geld. De 33-jarige atleet won de medaille tijdens het discuswerpen op de Olympische Spelen in Rio. [2] 
    • Nog twee tot drie jaar duurt het voordat het ’4D-geprinte’ kunstoog aan patiëntjes kan worden gegeven. Het gaat om kinderen die vanwege een vorm van oogkanker een van hun ogen moeten missen. [3] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen