Naar inhoud springen

knipoog

Uit WikiWoordenboek
  • knip·oog
enkelvoud meervoud
naamwoord knipoog knipogen
verkleinwoord knipoogje knipoogjes

de knipoogm

  1. teken met een oog om verstandhouding of waardering uit te drukken
vervoeging van
knipogen

knipoog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knipogen
    • Ik knipoog. 
  2. gebiedende wijs van knipogen
    • Knipoog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knipogen
    • Knipoog je? 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]