oogscherm
Uiterlijk
- oog·scherm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogscherm | oogschermen |
verkleinwoord |
het oogscherm o
- stuk plastic of glas waarmee men de ogen beschermt
- ondoorzichtige klep waarmee men de ogen tegen te fel licht beschermt
- [2] zonneklep
- [2] zonnebril
1. stuk plastic of glas waarmee men de ogen beschermt
- Het woord 'oogscherm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oogscherm" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be