Tibetaans
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
bod |
bestand |
Uitspraak
Woordafbreking
- Ti·be·taans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Tibetaans | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Tibetaans o
- (taal) een taal die wordt gesproken in Tibet en buiten Tibet door een grote groep vluchtelingen
- Het Tibetaans is wel degelijk een levende taal.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een taal die wordt gesproken in Tibet en buiten Tibet door een grote groep vluchtelingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Tibetaans | Tibetaanser | Tibetaanst |
verbogen | Tibetaanse | Tibetaansere | Tibetaanste |
partitief | Tibetaans | Tibetaansers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Tibetaans
- (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Tibet
Verwante begrippen
Demoniemen bij Tibet in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Tibetaan • inwoonster: Tibetaanse • bijvoeglijk: Tibetaans |
Vertalingen
1. gerelateerd aan of afkomstig uit Tibet
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Tibetaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.