red
Uiterlijk
- red
vervoeging van |
---|
redden |
red
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
- Ik red.
- gebiedende wijs van redden
- Red!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
- Red je?
- Het woord red staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- erfwoord van Middelengels red, Angelsaksisch rēad, West-Germaans *raud, Proto-Germaans *raudaz, Indo-Europees *h₁rowdʰós/*h₁rewdʰ-.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
red | redder | reddest |
red
enkelvoud | meervoud |
---|---|
red | reds |
red
red
- (straalvinnigen) bepaald soort soldaatvis (Myripristinae )
red
- orde (resultaat van ordening).
- vrstni red - volgorde
- javni red - openbare orde
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Erfwoord in het Engels
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Kleur in het Engels
- Kaartspel in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Kleur in het Frans
- Woorden in het Tobiaans
- Zelfstandig naamwoord in het Tobiaans
- Straalvinnigen in het Tobiaans
- Vissen in het Tobiaans
- Woorden in het Sloveens
- Zelfstandig naamwoord in het Sloveens