rød

Uit WikiWoordenboek


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • rød
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

rød

  1. (kleur) rood
Uitdrukkingen en gezegden
  • den røde tråd
de rode draad
  • røde tal
rote cijfers, verlies

Verwijzingen


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rød
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 1485
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud rød rødere rødest
o enkelvoud rødt
meervoud røde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
røde rødere rødeste

Bijvoeglijk naamwoord

rød

  1. (kleur) rood
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • rød tråd
een rode draad
  • røde tall
negative getallen
rote cijfers, verlies