paarsrood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paars·rood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van paars en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paarsrood | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het paarsrood o
- (kleur) een kleur tussen rood en paars
- Heeft u die ook in het paarsrood?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | paarsrood | paarsroder | paarsroodst |
verbogen | paarsrode | paarsrodere | paarsroodste |
partitief | paarsroods | paarsroders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
paarsrood
- (kleur) de kleur paarsrood hebbend
- Hij rijdt in een paarsrode auto.
Verwante begrippen
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord paarsrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paarsrood" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 88 %
- Prevalentie Vlaanderen 87 %