violetrood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·o·let·rood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord violetrood
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het violetroodo

  1. (RAL-kleur) een kleur tussen rood en paars met RAL-nummer 4002.
    • Heeft u die ook in het violetrood? 
stellend
onverbogen violetrood
verbogen violetrode

Bijvoeglijk naamwoord

violetrood

  1. (RAL-kleur) de kleur violetrood hebbend
    • Hij rijdt in een violetrode auto. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid