zwart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwart
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kleur waarbij licht niet wordt teruggekaatst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1001 [1]
= = |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwart | zwarten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zwart o
- (kleur) achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zwart | zwarter | zwartst |
verbogen | zwarte | zwartere | zwartste |
partitief | zwarts | zwarters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
- (kleur) de kleur zwart hebbend
- Hij had een zwart pak aan.
- (figuurlijk) somber, rampspoedig
- Een zwarte dag.
- Een zwart scenario.
- clandestien, illegaal
- Zwart geld
- Zwart werken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Zwart van de honger zijn ( of zien)
Er uitgeteerd en mager uitzien
- Zwarte sneeuw zien
- De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet
Een ander iets verwijten of hem aanwijzen als schuldige, terwijl degene die verwijt zich aan hetzelfde schuldig heeft gemaakt
- Het zwarte schaap zijn
Totaal anders dan de rest zijn, dat wil zeggen: de schuld van alles krijgen
- Hij liegt, dat hij zwart ziet (of wordt)
Hij is een aartsleugenaar
- Iemand zwart maken
Lelijke dingen over iemand vertellen
- Iets zwart op wit hebben
Een overeenkomst e.d. duidelijk vastgelegd hebben
- Op zwart zaad zitten
Geen geld hebben
Vertalingen
1. achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
|
|
Verwijzingen
- ↑ "zwart" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ZWART (ROETKLEURIG), etymologiebank.nl
- ↑ Bijbels zwart is uit, leve de Groene Bijbel, Erik van den Berg, 3 december 2016
- ↑ Je hebt koel grijs en warm grijs - zie hier het verschil, Lida Thiry, 31 juli 2016
Bijwoord
zwart
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- zwartrijden: Hij reed soms zwart.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwarten |
zwart
Gangbaarheid
- Het woord zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwart" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Kleuren in het Nederlands (nld) (de kleuren zijn slechts indicatief) (zie ook: RAL-kleuren)
wit | lichtgeel | sneeuwwit | schelp | kant | linnen | kaki | vaalgeel | ecru | sienna | bruin | donkerrood | vuurvaste baksteen |
Indisch rood | lichtkoraal | zalm zalmkleurig |
donkerzalm | lichtzalm | koraal | tomaat | scharlaken scharlakenrood |
rood | oranjerood | donkeroranje | oranje | amber |
goud goudkleurig |
geel | groengeel | limoen | limoengroen | bosgroen | groen | donkergroen | donkerolijfgroen | donkerzeegroen | zeegroen | lentegroen | midlentegroen |
turkoois turquoise |
donkerturkoois | diep hemelsblauw | lichtzeegroen | donkercyaan | cyaan | lichtcyaan | aquamarijn | lichtturkoois | lichthemelsblauw | korenbloemblauw | donkerstaalblauw | koningsblauw |
blauw | middenblauw | donkerblauw | marine marineblauw |
midnachtsblauw | indigo | blauwviolet | donkerviolet | donkermagenta | paars purper |
middenvioletrood | dieproze | fuchsia / lila magenta |
violet | rose roze |
acaciaroze | orchidee | pruim | distel | rookwit | lavendel | zilver zilverkleurig |
donkergrijs | grijs | lichtleigrijs | donkerleigrijs |
zwart | ||||||||||||
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈzwɑrt/ (Etsbergs)
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Zelfstandig naamwoord
zwart o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | geheel | gemuteerd | verkleind | gemuteerd verkleind | |
nominatief | zwart | swart | - | - | zwarter | swarter | - | - |
genitief | zwarts | swarts | - | - | zwarter | swarter | - | - |
locatief | zwartes | swartes | - | - | zwartese | swartese | - | - |
datief | zwarte | swarte | - | - | zwarter | swarter | - | - |
accusatief | zwart | swart | - | - | zwarter | swarter | - | - |
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwart | zwarten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Sallands
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Twents
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
Veluws
Zelfstandig naamwoord
zwart
- (kleur) zwart; achromatische kleur die wordt waargenomen als een voorwerp helemaal geen licht weerkaatst of uitstraalt
Bijvoeglijk naamwoord
zwart
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Kleur in het Achterhoeks
- Bijvoeglijk naamwoord in het Achterhoeks
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Limburgs
- Kleur in het Limburgs
- Zelfstandig naamwoord in het Limburgs
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Kleur in het Nedersaksisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nedersaksisch
- Woorden in het Sallands
- Zelfstandig naamwoord in het Sallands
- Kleur in het Sallands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Twents
- Woorden in het Twents
- Zelfstandig naamwoord in het Twents
- Kleur in het Twents
- Woorden in het Veluws
- Zelfstandig naamwoord in het Veluws
- Kleur in het Veluws