genitief
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ni·tief
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn (casus) genitīvus "oorsprongsnaamval", leenvertaling van Oudgrieks γενῐκή πτῶσις (genikḗ ptõsis) "het geslacht aanduidende, algemene naamval"; in de betekenis van ‘tweede naamval’ voor het eerst aangetroffen in 1633 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genitief | genitieven |
verkleinwoord | genitiefje | genitiefjes |
Zelfstandig naamwoord
genitief m
- (grammatica) een van de acht naamvallen van de Indo-Europese talen die oorspronkelijk een oorzakelijk voorwerp aanduidde, later vooral een bezitsrelatie
- ▸ De genitief is de tweede naamval in de meeste Europese talen en wordt gebruikt om aan te geven van wie of wat iets is.[4]
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
- samenstellingen: genitiefattribuut, genitiefconstructie, genitiefobject, genitiefuitgang, genitiefverhouding, genitiefvorm
- afleidingen: genitivisch
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
Vertalingen
1. naamval als aanduiding van bezit, oorsprong of hoeveelheid
Gangbaarheid
- Het woord genitief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "genitief" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ genitief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "genitief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Jacek Karpiński“Genitief als bepaling van een zelfstandig naamwoord in het Nederlands en in het Pools” (2012), Academia.edu - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
genitief
- (grammatica) genitief; een van de acht naamvallen van de Indo-Europese talen die oorspronkelijk een oorzakelijk voorwerp aanduidde, later vooral een bezitsrelatie
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
genitief
- (grammatica) genitief; een van de acht naamvallen van de Indo-Europese talen die oorspronkelijk een oorzakelijk voorwerp aanduidde, later vooral een bezitsrelatie
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Limburgs
Zelfstandig naamwoord
genitief
- (grammatica) genitief; een van de acht naamvallen van de Indo-Europese talen die oorspronkelijk een oorzakelijk voorwerp aanduidde, later vooral een bezitsrelatie
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
genitief
- (grammatica) genitief; een van de acht naamvallen van de Indo-Europese talen die oorspronkelijk een oorzakelijk voorwerp aanduidde, later vooral een bezitsrelatie
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Grammatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 59 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Grammatica in het Achterhoeks
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Grammatica in het Afrikaans
- Woorden in het Limburgs
- Zelfstandig naamwoord in het Limburgs
- Grammatica in het Limburgs
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Grammatica in het Nedersaksisch