Naar inhoud springen

zee

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zeêzêe


De zee bij zonsondergang.
  • zee
  • In de betekenis van ‘uitgestrektheid zoutwater’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 793.[1]
  • erfwoord: Middelnederlands see, uit Oudnederlands sēo, ontwikkeld uit Oergermaans *saiwiz, bij Indo-Europees *soikʷ-í-, uitbreiding van de basis *séikʷ- ‘gieten’, die in Middelnederlands siën ‘filtreren, sijpelen’ is voortgezet; zie verder zeiken.[2] Evenals Nederduits See ‘meer; zee’, Fries see ‘zee’ en Zweeds sjö ‘meer’.
enkelvoud meervoud
naamwoord zee zeeën
verkleinwoord zeetje zeetjes

de zeev / m

  1. (aardrijkskunde) een uitgestrekt oppervlak zoutwater dat het grootste deel van de aarde bedekt
    • Wij gaan op vakantie naar Griekenland, waar we een hele week aan zee gaan liggen. 
  2. (figuurlijk) overstelpende hoeveelheid, zeer grote massa
    • Toen de kinderen het huis uit waren, had zij opeens een zee van tijd 
     Heb elkander lief, maar maak van de liefde geen band: laat zij veeleer zijn een golvende zee tussen de kusten van je zielen.[3]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. "zee" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Kroonen
    , Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 423
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


zee

  1. zij, ze; 3e persoon enkelvoud vrouwelijk nominatief


zee

  1. (aardrijkskunde) zee; een uitgestrekt oppervlak zoutwater dat het grootste deel van de aarde bedekt


zee

  1. zij, ze; 3e persoon enkelvoud vrouwelijk nominatief

zee

  1. (aardrijkskunde) zee; een uitgestrekt oppervlak zoutwater dat het grootste deel van de aarde bedekt


zee

  1. zij, ze; 3e persoon enkelvoud vrouwelijk nominatief


zee

  1. zij, ze; 3e persoon enkelvoud vrouwelijk nominatief