see
Uiterlijk
Niet te verwarren met: See |
- (werkwoord) , erfwoord afkomstig van het Middelengelse seen, Angelsaksisch seon. Proto-Germaans *sehwanan, Indo-Europees *sekw-.[1]
- (naamwoord) Afkomstig van het Latijn sedes.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to see |
he/she/it | sees |
verleden tijd | saw |
voltooid deelwoord |
seen |
onvoltooid deelwoord |
seeing |
gebiedende wijs | see |
see
- See you (later)!
Tot ziens!
- to see a doctor
een arts raadplegen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
see | sees |
see
- Holy See
Heilige Stoel
see
- ↑ [https://www.etymonline.com/search?q=see see (v.), Online Etymology Dictionary
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Erfwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Religie in het Engels
- Woorden in het Fries
- Zelfstandig naamwoord in het Fries