zeepaard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeepaard zeepaarden
verkleinwoord zeepaardje zeepaardjes

Zelfstandig naamwoord

het zeepaardo

  1. (roofdieren) (verouderd) bepaald soort zoogdier, Odobenus rosmarus op Wikispecies, een lange zeehond met twee sterke en naar beneden gerichte hoektanden
  2. (mythologie) (Grieks/Romeins) paard van de zeegod Neptunus
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be