zeepen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een zeepen lijkt wel wat op een ganzenveer.
Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·pen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeepen zeepennen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] zeepen v / m

  1. (neteldieren) soort koraal Pennatula phosphorea op Wikispecies die leeft in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee
    • De zeepen is een zacht koraalsoort. [2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

[B] zeepen

  1. verouderde spelling of vorm van zepen tot 1935/46
    • 't Idee dat hij daar met zijn vuile lijf en zijn vuile ziel uit het duister plotseling weêr in 't licht moest komen, en dat morgenochtend Ellie in een blank morgenjaponnetje weer voor hem zou staan, en hem goeien dag kussen op beide wangen! Dan waschte hij zich 's avonds met fijne zeepen voor hij naar bed ging, bang, dat er een verdacht luchtje van inferieure parfumerietjes aan hem was blijven hangen. [3]

Werkwoord

[B] zeepen

  1. verouderde spelling of vorm van zepen tot 1935/46
    • Melancholiek schoof Andreas zijn bed uit. Met tegenzin trok hij de gordijnen open, afkeerig van de schelle omtrekken buiten knipperde hij tegen het waterige morgenlicht. Zeepen en scheren. [4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen