zeetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • [1] zee·tje
  • [2] zeet·je

Zelfstandig naamwoord

het zeetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zee
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zeet

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be