zeemos
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·mos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en mos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeemos | zeemossen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zeemos o
- (neteldieren) holtedieren die boomachtig vertakte kolonies op de zeebodem vormen, Sertularia argentea
- Er werd vroeger op zeemos gevist omdat het voor versiering op hoeden gebruikt werd; ook nu vindt het toepassing in de modelbouw als miniatuurboompjes.
Verwante begrippen
- zie de categorie Neteldieren in het Nederlands
nog toe te voegen neteldieren:
- blauwe haarkwal
- bloemkoolkwal
- brakwaterpoliep
- gedraaide zeedraad
- geknoopte zeedraad
- gele haarkwal
- gewone zoetwaterpoliep
- grijze zoetwaterpoliep
- hydroïdpoliep
- Japanse kruiskwal
- kleine klokpoliep
- klepelklokje
- kubuskwal
- lange zeedraad
- mangrovekwal
- oorkwal
- pennenschacht
- plompe zoetwaterpoliep
- Portugees oorlogsschip
- parelkwal
- spiegeleikwal
- tandhoornkoraal
- zeecypres
- zoetwaterkwal
- zoetwaterpoliep +
Gangbaarheid
- Het woord zeemos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zeemos" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be