bedektzadigen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Rode roos
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • be·dekt·za·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedektzadigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedektzadigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bedektzadige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (planten) een binnen de landplanten (Embryophyta op Wikispecies) naar soortenrijkdom en aandeel in de biomassa op Aarde belangrijkste groep planten: Angiospermae op Wikispecies. Naar schatting bestaan er 369.000 soorten. Ze worden gekenmerkt door bloemen en doordat ze zich voortplanten door middel van zaden in vruchten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie