kransgras
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- krans·gras
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van krans zn en gras zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kransgras | kransgrassen |
verkleinwoord | kransgrasje | kransgrasjes |
Zelfstandig naamwoord
het kransgras o
- (bloemplanten) een plantengeslacht Polypogon dat behoort tot de grassenfamilie. Kransgrassoorten komen wereldwijd voor, behalve in Antarctica
- (bloemplanten) een overblijvende plant Polypogon viridis uit bovenstaand geslacht
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'kransgras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.