amandelboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: amandelboom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aman·del·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van amandel en boom [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amandelboom | amandelbomen |
verkleinwoord | amandelboompje | amandelboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de amandelboom m
- (bloemplanten) Prunus dulcis een kleine loofboom uit de rozenfamilie met als steenvrucht de amandel
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord amandelboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] amandelboom in het Nederlands Soortenregister N
- [1] amandelboom op Wikidata