lelie

Uit WikiWoordenboek
Lilium candidum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·lie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bloem’ voor het eerst aangetroffen in 1226 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord lelie lelies, leliën
verkleinwoord lelietje lelietjes

Zelfstandig naamwoord

de leliev / m

  1. (plantkunde) Liliacecae, een bloem van het plantengeslacht Lilium op Wikispecies
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen