laurierwilg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lau·rier·wilg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laurierwilg laurierwilgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de laurierwilgm

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Salix pentandra op Wikispecies, die inheems is in de Benelux en tot 12 meter hoog kan worden
     Nu we het toch over de flora en fauna hebben: waar zijn de noordse zegge, het stijf struisriet, de grote pimpernel, de laurierwilg, de naaldwaterbies en de draadrus?[2]
Verwante begrippen
namen van loofbomen in de Benelux:

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 juni 2022 Weblink bron
    Rolf Bos
    Goedemorgen, Pieterpad? Nee, Overijsselpad. in: De Volkskrant op Wikipedia, jrg. 73 nr. 21362 (22 oktober 1994), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 75 (Vervolg 23) kol. 3