karpatenklokje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. karpatenklokje
Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·pa·ten·klok·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord karpatenklokje karpatenklokjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het karpatenklokjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) bepaald soort plant, Campanula carpatica op Wikispecies uit de klokjesfamilie
     Trouw komt elk jaar het karpatenklokje als 'randjesbloem' terug. Een bodembedekker die rijk bloeit en graag over een muurtje hangt.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 15 december 2023 Weblink bron Campanula's echte zomerbloemen in: Limburgsch Dagblad, jrg. 73 nr. 175 (27 juli 1991), Nieuwe Limburger Koerier/Uitgeversmaatschappij Limburgs Dagblad, Heerlen, p. 31 kol. 5