maretak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·re·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maretak maretakken
verkleinwoord maretakje maretakjes

Zelfstandig naamwoord

de maretakm

  1. (plantkunde) Viscum album op Wikispecies een halfparasitische plant die op bomen vooral vanaf Zuid-Limburg in zuidelijke richting voorkomt
    • De maretak werd net als de hulst en de klimop gezien als boden van de komende lente. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  • [1] maretak op "Wilde planten in Nederland en België"