narcisfamilie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Zomerklokje Leucojum aestivum)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • nar·cis·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord narcisfamilie
verkleinwoord narcisfamilietje narcisfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de narcisfamiliev

  1. (bloemplanten) een familie Amaryllidaceae op Wikispecies van eenzaadlobbige, kruidachtige planten. De familie is grotendeels tropisch met de grootste soortenrijkdom in Zuid-Amerika en Afrika
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie