rus
Nederlands
Niet te verwarren met: Rus |
Uitspraak
Woordafbreking
- rus
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rechercheur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1] [2]
- In de betekenis van ‘bies’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1174 [1] [3]
- [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rus | russen |
verkleinwoord | rusje | rusjes |
Zelfstandig naamwoord
de rus m
- (bloemplanten) een geslacht Juncus van planten uit de russenfamilie (Juncaceae ). De planten lijken oppervlakkig gezien op grassen
- een rechercheur
- graszode
Gelijkklinkende woorden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [1] alpenrus, biezenknoppen, Canadese rus, draadrus, duinrus, dwergrus, gestreepte greppelrus, greppelrus, knolrus, koprus, noordse rus, paddenrus, pitrus, platte rus, tengere rus, trekrus, veldrus, wijdbloeiende rus, Zeegroene rus, zeerus, zilte greppelrus, zilte rus, zomprus, zwaardrus
Verwante begrippen
- [1] boslathyrus, brede lathyrus, citrus, dwergpapyrus, graslathyrus, knolcyperus, knollathyrus, lathyrus, lidrus, moeraslathyrus, naakte lathyrus, ruige lathyrus, veldlathyrus, voorjaarslathyrus, welriekende lathyrus, zeelathyrus, zwarte lathyrus
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- ruslelie, russenfamilie
- bleke ruskokermot, egale ruskokermot, gestreepte ruskokermot, gewone ruskokermot, rusgeel, ruskokermot, rusleder, rusleer, russe, russenbladvlo, russennetwants, russenuil, ruswal, ruswortelvlieg
Vertalingen
plant
Gangbaarheid
- Het woord rus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rus" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "rus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ rus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ rus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ rus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Catalaans
Bijvoeglijk naamwoord
rus
Zelfstandig naamwoord
rus m
Occitaans
Zelfstandig naamwoord
rus m
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
rus o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rus | ruset | rus | rusen |
genitief | rus | rusets | rus | rusens |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bloemplanten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 91 %
- Woorden in het Catalaans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Catalaans
- Zelfstandig naamwoord in het Catalaans
- Demoniem in het Catalaans
- Taal in het Catalaans
- Woorden in het Occitaans
- Zelfstandig naamwoord in het Occitaans
- Taal in het Occitaans
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 3
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds