pimpernel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pim·per·nel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pimpernel | pimpernellen |
verkleinwoord | pimpernelletje | pimpernelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) (medisch) plant van het geslacht Pimpinella
- (plantkunde) (voeding) (medisch) eetbare plant van het geslacht Sanguisorba
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pimpernel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pimpernel" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "pimpernel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pimpernel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %