zomereik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Bladeren, katjes en eikels van een zomereik.
Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·eik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomereik zomereiken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomereikm

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Quercus robur op Wikispecies, die inheems is in de Benelux en tot 35 meter hoog kan worden
    • De zomereik is de eik die het grootste verspreidingsgebied in Europa heeft. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
namen van loofbomen in de Benelux:
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen