stad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stad
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘grote plaats’ voor het eerst aangetroffen in 857 [1]
  • Van het Middelnederlandse stat.
enkelvoud meervoud
naamwoord stad steden
verkleinwoord stadje stadjes

Zelfstandig naamwoord

stad v/m

  1. plaats waar zeer veel mensen wonen en een groot aantal voorzieningen zijn
     Ze waren begonnen met het vermoorden van burgers door niet alleen Berlijn maar ook andere Duitse steden te bombarderen.[2]
     De stad is voor inademen en de natuur is om uit te ademen.[3]
  2. (geschiedenis) plaats met stadsrecht
     Myra is een stadje in Lycië, aan de zuidkust van Turkije. Daar hebben twee bisschoppen gewoond die Nicolaas heetten. De eerste leefde in het begin van de vierde eeuw en de geleerden zijn het nog steeds niet met elkaar eens of over hem iets met zekerheid kan worden gezegd.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Boven de stad.

  • Het kan beter van de stad dan van het dorp
Stoett-2151 [5]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "stad" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 10
  5. www.dbnl.org
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Limburgs

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

stad v

  1. stad
Verbuiging


Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord stad steden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stad

  1. stad
Afgeleide begrippen


Urkers

enkelvoud meervoud
naamwoord stad steden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stad

  1. stad
Afgeleide begrippen


West-Vlaams

Zelfstandig naamwoord

stad

  1. stad
Afgeleide begrippen


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

stad g

  1. stad
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stad     staden     städer     städerna  
genitief   stads     stadens     städers     städernas