stadsplanner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·plan·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsplanner stadsplanners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stadsplannerm

  1. (beroep) een persoon die werkt op inrichting en uitbreiding van een stad
     Stadsplanners lieten ooit de ontwikkelingen tussen Keizers- en Prinsengracht op hun beloop.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2022 Weblink bron
    Tijs van de Boomen
    “De volgebouwde Felix Meritisbuurt is zonder tuin toch zeer gewild” (30 oktober 2016), Het Parool