grotestedenbeleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gro·te·ste·den·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grotestedenbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grotestedenbeleido

  1. (politiek) plan van aanpak dat gaat over de leefbaarheid van de grotere steden
     In de tussentijd maakte hij carrière in de politiek, daartoe aangespoord door president François Mitterrand. In 1989 kwam hij voor het departement Bouches-du-Rhône in het parlement. In 1992 was hij korte tijd minister van grotestedenbeleid maar hij trok zich terug omdat hij zich moest verdedigen in een rechtszaak.[1]
     De woningcorporaties zijn Van Rijn niet vreemd. Hij begon zijn carrière in 1980 als ambtenaar op het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieu. Daar was hij onder meer hoofd van de afdeling Inspectie Woningcorporaties. Later werd hij als plaatsvervangend directeur op dat ministerie verantwoordelijk voor grotestedenbeleid en de sociale huursector.[2]
     Het OLVG vindt dat er een 'grotestedenbeleid' nodig is, "voor groepen zorgverleners die weinig verdienen en het zich niet meer kunnen veroorloven om in de stad te wonen en werken". Iets dergelijks gebeurt in Amsterdam al voor onderwijzers en leraren voor wie relatief goedkope woningen beschikbaar gesteld worden om iets te doen tegen het lerarentekort in de hoofdstad.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Omstreden Franse zakenman en sportmagnaat Bernard Tapie overleden” (Zondag 3 oktober 2021, 11:18), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron “Van Rijn nieuwe voorzitter woonkoepel Aedes” (Vrijdag 17 juli 2020, 11:07), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2024 Weblink bron
    Rinke van den Brink en Roselien Herderschee
    “Hoe ziekenhuizen met man en macht proberen personeel te vinden” (Zaterdag 2 juni 2018, 11:31), NOS