stadstaat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stadstaat    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈstɑt.stat/

Woordafbreking

• stad·staat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  stad  en  staat 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stadstaat	stadstaten
verkleinwoord	stadstaatje	stadstaatjes

Zelfstandig naamwoord

de stadstaat m

1. staatsvorm waarbij de staat slechts het grondgebied van één stad omvat.

   • Monaco is een soevereine stadstaat in Zuid-Europa. 

Verwante begrippen

• polis (Oude Griekenland)

Vertalingen

    1. staatsvorm   

Deens: bystat (da) Duits: Stadtstaat (de) m Engels: city-state (en) Grieks: πόλη-κράτος (el) Esperanto: urboŝtato (eo) Frans: cité-État (fr) v Hongaars: városállam (hu)

IJslands: borgríki (is) Italiaans: città-stato (it) Nynorsk: bystat (nn) Noors: bystat (no) Portugees: cidade-estado (pt) v Russisch: город-государство (ru) m Zweeds: stadsstat (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord stadstaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stadstaat" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
88 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.