stadsmens
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stads·mens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stad en mens met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stadsmens | stadsmensen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een persoon die in de stad leeft en zich daar thuis voelt
- De kwetsbare bomen en bossen zijn de afgelopen dagen door veel lezers fel, emotioneel en overtuigend verdedigd. Maar lang niet alle argumenten sneden hout, om het zo eens te zeggen. Bomen zijn niet de beschermers van ons drinkwater (integendeel, noteert de FAO) en het staat nog lang niet vast of ze de fijnstofbelasting van de stadsmens verlagen (Janhäll in Atmospheric Environmemt, 2015) . Bomen dempen lawaai hooguit mondjesmaat en of hun zomerse koeling veel voorstelt valt nog te bezien. Bomen zijn ook niet belangrijk voor de zuurstofvoorziening. Wat ze aan zuurstof produceren, gaat weer verloren als ze na hun dood verrotten. [2]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord stadsmens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stadsmens" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Karel Knip 21 oktober 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be