aan- en verkoop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan- en ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aan- en verkoop aan- en verkopen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aan- en verkoopm

  1. aanschaffen en afstoten van bezittingen
     Alle kosten zijn exclusief transactiekosten bij aan- en verkoop.[1]
     Verder heb ik nog een vliegbedrijf dat de aan- en verkoop van toestellen heeft begeleid voor onder meer de KLM, het ministerie van Financiën en de luchtmacht.[2]
     De hoofdtrainer heeft in de nieuwe structuur nog steeds een grote verantwoordelijkheid op het gebied van het technische beleid, inclusief aan- en verkoop van spelers.[3]
     Bij de circa 30 RE/MAX-bemiddelaars zit een bouwkundige keuring plus drie jaar garantie tegen verborgen gebreken standaard in de courtage. En de 130 Garantiemakelaars bieden bij elke aan- en verkoop een gratis bouwkundige keuring.[4]
Verwante begrippen
  • in- en verkoop (als het gaat om handelswaar, die men niet in bezit wil houden)

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2020 Weblink bron
    Rentsje de Gruyter
    “Zelf beleggen: pak het anders aan dan Marco van Basten” (22 december 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2020 Weblink bron
    Riks Noorman geciteerd door Friederike de Raat
    “Als ik op zakenreis ga, vlieg ik er in mijn eigen vliegtuig heen” (5 september 2015) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2020 Weblink bron “Profiel : Ajax : Bestuur” (2 maart 2000) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 mei 2020 Weblink bron
    Erica Verdegaal
    “Makelaar blijft handige jongen” (18 december 1999) op nrc.nl op Wikipedia