aan-en-uitknop

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aan-en-uitknop    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan-en-uit·knop

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  aanknop zn,   en  en  uitknop zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aan-en-uitknop	aan-en-uitknoppen
verkleinwoord	aan-en-uitknopje	aan-en-uitknopjes

Zelfstandig naamwoord

de aan-en-uitknop m

1. drukknop waarmee men een werkend toestel uit kan zetten en een gestopt toestel aan kan zetten

   ▸ "Ik dacht dat de kinderen met de dozen zouden spelen. Maar binnen vier minuten had een van hen de doos open, de aan-en-uitknop gevonden en hem opgeladen", zei Negroponte. "Binnen vijf dagen waren er 47 apps per kind in gebruik. Binnen twee weken zongen ze ABC-liedjes en in vijf maanden hadden ze Android gehackt." OLPC had de desktopinstellingen op de tablets namelijk vastgezet, maar dat wisten de kinderen te omzeilen.

2. (figuurlijk) een knop waarmee men iets óf aan- óf uitgezet kan worden zonder tussen standen

   ▸ Toch houdt Dullaert nog een slag om de arm. "We moeten het overleg over het rapport van het Outbreak Management Team naar de Britse variant afwachten." Een woordvoerster van Unicef sluit zich daar bij aan. Die zegt ook verrast te zijn over het voornemen van het kabinet. "Het lijkt wel alsof de scholen als een aan-en-uitknop worden beschouwd. De duidelijke argumentatie ontbreekt."

Gangbaarheid

• Het woord aan-en-uitknop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.