en-enrekening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- en-en·re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van en en en samengesteld met rekening
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | en-enrekening | en-enrekeningen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de en-enrekening v
- (economie) (financieel) bank- of girorekening die op twee namen is gesteld en waar voor elke transactie waarbij geld wordt opgenomen beide rekeninghouders moeten tekenen
- Als de rekening op naam staat van twee (of meer) personen (een en-ofrekening of een en-enrekening), komen zij ieder afzonderlijk in aanmerking voor een vergoeding uit het depositogarantiestelsel. Als het saldo van de en-ofrekening van twee rekeninghouders EUR 200.000 bedraagt, kan ieder aanspraak maken op EUR 100.000. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'en-enrekening' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.