verouderd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ou·derd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verouderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verouderd verouderder verouderdst
verbogen verouderde verouderdere verouderdste
partitief verouderds verouderders -

Bijvoeglijk naamwoord

verouderd

  1. niet meer van nu
    • De verouderde auto stond defect langs de kant. 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: verouderen…
verbogen vorm: verouderde

verouderd

  1. voltooid deelwoord van verouderen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be