bol
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rond voorwerp’ voor het eerst aangetroffen in 1280 [1]
- In de betekenis van ‘rond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bol | bollen |
verkleinwoord | bolletje | bolletjes |
Zelfstandig naamwoord
bol m
- (wiskunde) (o.a. stereometrie) driedimensionaal lichaam, begrensd door een gebogen oppervlak waarvan alle punten even ver verwijderd zijn van het middelpunt, sfeer
- min of meer rond voorwerp
- Bovenop de mast was een bol bevestigd, waarop je moest proberen te blijven staan.
- ▸ De meester van Trail Magic was Coppertone, die ik meer dan acht keer ben tegengekomen tussen Mexico en Canada. Hij reed in zijn camper naar het noorden en dook op de gekste plekken op. Hij deelde dan zijn befaamde root-beer-float Trail Magic uit: een wonderlijk Amerikaans gerecht dat bestond uit een bolletje vanille-ijs in een plastic bekertje met root-beer (een soort ginger ale).[9]
- (biologie) bolvormig, vlezig, onderaards plantendeel in schubben of rokken opgehoopt waar gestopt in de grond een plant uit groeit, bloembol
- De bollen moesten in oktober in de grond geplaatst worden.
- (spreektaal) (informeel) een hoofd
- Hoe haal je het in je bol om die kast weg te geven!
- rond brood met bolle bovenkant
- Kun jij even wat volkoren bolletjes bij de bakker halen?
- v/m (Jiddisch-Hebreeuws) heer, baas
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Vertalingen
1. een driedimensionaal rond lichaam zie sfeer
4. zie hoofd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bol | boller | bolst |
verbogen | bolle | bollere | bolste |
partitief | bols | bollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bol
- een glooiende uitstulping in een oppervlak vormend
- Bolle wangen.
- ▸ 'Goed gezien, bolle,' bracht Jochem tussen twee stappen door hijgend uit.[10]
Bijwoord
bol
- een glooiende uitstulping in een oppervlak vormend
- ▸ De glimlach op haar gezicht stond ineens bol van de spontaniteit. [10]
Synoniemen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- (om een zeil) bol staan
Vertalingen
1. een glooiende uitstulping in een oppervlak vormend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bollen |
bol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bollen
- Ik bol.
- gebiedende wijs van bollen
- Bol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bollen
- Bol je?
Gangbaarheid
- Het woord bol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bol" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[11] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "bol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Guus Kroonen, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013, blz. 83.
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ 10,0 10,1 “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- [1][5] Uit het Middelfrans bolle, ontleend aan Middelengels bolle (uit Oudengels bolla, bolle ”kom, beker, pot“), verwant met Nederlands bol.
- [2][3][4] Uit het Laatlatijn bōlus “klei”.
- [5](eufemisme) voor cul “kont” (in de uitdrukking avoir du cul “geluk, mazzel hebben”).
Zelfstandig naamwoord
bol m
- kom
- vette klei, leem
- (biologie) (medisch) bolus (= vette klei die als medicijn voor dieren dient)
- (biologie) voedselbal (in de krop van o.m. vogels)
- (spreektaal) geluk, mazzel
- «J’ai eu du bol, un peu plus et je ratais l’avion.»
- Ik heb gemazzeld, iets later en ik had het vliegtuig gemist.
- «Pas de bol!»
- Da's pech hebben! [1]
- «J’ai eu du bol, un peu plus et je ratais l’avion.»
Uitdrukkingen en gezegden
- [5] avoir du bol
Verwijzingen
IJslands
Uitspraak
Naar frequentie | 24589 |
---|
Zelfstandig naamwoord
bol
Zelfstandig naamwoord
bol
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van bolur
Nedersorbisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *bolь
Zelfstandig naamwoord
ból
Schrijfwijzen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- [A]: Afkomstig van de Oudnoordse woorden bolr zn en bulr zn
- [B1-3]: Afkomstig van het Oudnoordse woord ból zn leger voor mensen en dieren
- [B4]: Afkomstig van het Noorse woord bole ww neuken
Naar frequentie | 40300 |
---|
[A] m |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bol | bolen | boler | bolene |
genitief | bols | bokens | bolers | bolenes |
Zelfstandig naamwoord
[A] bol, m
- een lichaam zonder hoofd, armen en benen, torso
- het onderdeel van een kledingstuk voor [1]
- een boomstam zonder takken
Synoniemen
[B] o |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bol | bolet | bol | bola bolene |
genitief | bols | bolets | bols | bolas bolenes |
Zelfstandig naamwoord
[B] bol, o
- een schuilplaats voor insecten en kleine dieren, nest
- (historisch) een stuk landbouwareaal van een bepaalde omvang dat een bepaald huurbedrag oplevert
- (streektaal) leger (voor mensen), slaapplaats
- (vulgair) bijslaap, geslachtsgemeenschap
Synoniemen
Hyponiemen
- [1]: humlebol zn
- [1]: musebol zn
- [1]: ormebol zn
- [1]: vepsebol zn
- [2]: laupsbol zn
- [2]: mamatebol zn
- [2]: månedsmatsbol zn
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- [B1]: stikke hånden inn i et vepsebol
zich in een wespennest steken (zich bemoeien met andermans controversiële zaken)
Zelfstandig naamwoord
bol
- nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van bol
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /bɔl/
Woordafbreking
- bol
Werkwoord
bol
- enkelvoud verleden tijd van byť
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɔl/
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *bolь
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bol | boly |
genitief | bolu | bolů |
datief | bolu | bolům |
accusatief | bol | boly |
vocatief | bole | boly |
locatief | bolu | bolech |
instrumentalis | bolem | boly |
Verwante begrippen
Anagrammen
Werkwoord
bol
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord bolet
Wymysoojs
Zelfstandig naamwoord
bol
Schrijfwijzen
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Spreektaal in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Na te kijken vertalingen
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 3
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Eufemisme in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Biologie in het Frans
- Medisch in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 3
- Woorden in het IJslands met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het IJslands
- Woorden in het Nedersorbisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersorbisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Historisch in het Noors
- Vulgair in het Noors
- Dubbele betekenis in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Werkwoord in het Slowaaks
- Werkwoordsvorm in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch
- Woorden in het Wymysoojs
- Zelfstandig naamwoord in het Wymysoojs
- Sport in het Wymysoojs