rede
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·de
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | rede | redes |
verkleinwoord | redetje | redetjes |
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wat men zegt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
- In de betekenis van ‘ankerplaats’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1318 [2]
- In de betekenis van ‘denkvermogen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [3]
3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | rede | reden |
verkleinwoord | (redetje) | (redetjes) |
Zelfstandig naamwoord
- het vermogen te denken en begrijpen
- een formele toespraak
- In zijn rede maakte hij gewag van grote vorderingen in zijn onderzoek.
- (scheepvaart) een ankerplaats buitengaats
- Goeree is genoemd naar de goede rede die er te vinden was.
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
2. een formele toespraak
3. een ankerplaats buitengaats
Gangbaarheid
- Het woord rede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rede' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.