hol
Uiterlijk
![]() |
- hol
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hol | holler | holst |
verbogen | holle | hollere | holste |
partitief | hols | hollers | - |
hol
- zonder inhoud, zonder betekenis, leeg
- ▸ Het is belangrijk om dit soort dingen bespreekbaar te maken, anders blijven de wijze woorden van Kahlil Gibran beperkt tot holle speeches tijdens de huwelijksvoltrekking.[3]
- wat een lege ruimte of voorwerp in zich heeft
- ▸ Als ze ermee schudt, vermoedt ze dat het hol is.[4]
- alsof het uit een lege ruimte komt, niet vol van klank
- naar binnen of naar beneden gebogen
- ▸ Haar ogen zijn hol van vermoeidheid, maar er brandt nog vuur in haar irissen.[4]
- met hoge golfslag
- [1]: holle woorden, een holle blik
- [2]: een holle boom
- [3]: holle klanken
- [4]: holle wangen, holle ogen, een holle weg
- [5]: een holle zee
|
hol
- verdiept, concaaf
- met een lage klank
- ▸ Haar stem klinkt hol en verdwaasd.[5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hol | holen |
verkleinwoord | holletje | holletjes |
het hol o
- (geologie) grot, spelonk
- ▸ `Sinterklaas,' zei het nieuwe Pietje, 'in een hol, hoog in de bergen, woont een heks die toverdranken maakt. Zal ik u de weg wijzen?'[6]
- (dierkunde) ondergrondse woonruimte of schuilplaats van bepaalde diersoorten
- Het hol van een das wordt een dassenburcht genoemd.
- (pejoratief)primitieve verblijfsruimte
- ▸ Ik zag ook toen pas dat ik altijd nieznve kleren droeg die we kochten in een modern warenhuis in Sarajevo, terwijl Milan het moest doen met de afgedragen plunje van een neef En ik zag ook dat wij in januari op wintersport gingen, terwijl Milan achterbleef in dat vochtige hol van zijn oma.[7]
- ▸ Ik zou zelf in dit hol blijven slapen.[8]
- het hol van de leeuw
de gevaarlijkste plaats
- ∗ Dat ik daar durfde te zijn, me in het hol van de leeuw zou wagen, bijna zestig jaar later.[9]
1. grot, spelonk
|
vervoeging van |
---|
hollen |
hol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hollen
- Ik hol.
- gebiedende wijs van hollen
- Hol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hollen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hol | - |
verkleinwoord | holletje | - |
de hol m
- onbeheerst rennen van een mens of dier
- op hol slaanonbeheerst wegrennen
- op een holletjegehaast
- het hoofd op hol laten brengen
je laten opwinden door iets of iemand
- ∗ In Afrika is er een hele industrie uit ontstaan: oude vrouwen die zich het hoofd op hol laten brengen door jonge zwarte mannen die hen vervolgens financieel leegtrekken.[11]
- ∗ Ook ik heb moeite mijn hoofd niet op hol te laten slaan.[11]
- Het woord hol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hol" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[12] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- 1 2 "hol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- 1 2 Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de Herengracht” (2022), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024586332
- ↑ Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx“Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789021809526
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat
, p. 12
- ↑ “De Camino” (2021), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024582280
- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑ Teuntje de Haan“Een muur van water” (2018), Em. Querido's Uitgeverij
, ISBN 9789021409375
- 1 2 Marion Pauw e.a.“4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
- 1 2 Ronald Giphart e.a.“Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hol | holle |
- IPA: /ɦɔl/
- Leenwoord uit het Nederlands
hol
hol
- Afgeleid van het Oudhoogduitse hol
hol
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hulą
hol
- IPA: /ˈhol/
hol
hol
- hol
- Bijvoeglijk naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse woord holr bn
- Zelfstandig naamwoord [A]: Afkomstig van de Oudnoordse woord holr zn
- Zelfstandig naamwoord [B]: Afkomstig van de Oudnoordse woord holr zn
Naar frequentie | 42852 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | hol | holere | holest |
o enkelvoud | holt | |||
meervoud | hole | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
hole | holere | holeste |
hol
- [1]: Et hol
Een gat (in een muziekinstrument) - [3]: Et hol
Een gat (in de wegdek) - [5]: Et hol
Een gevangenisruimte
- [1]: hole fraser
holle frazen
- [1]: Mye av det han sier, virker holt.
Veel van wat hij zegt, werkt hol.
- [2]: en hol trestamme
een holle boomstam
- [3]: en holle stemme
een holle stem
- [3]: en hol hoste
een holle hoest
- [4]: Veggen var hol.
De muur was hol.
- [4]: Trappetrinnene var slitt hole.
De trapptreden waren versleten en hol.
- [4]: ha hole kinn
holle wangen hebben
- [4]: ha noe i sin hole hånd
iets in de holte van de hand hebben
- [4]: hol sjø
bewogen zee
[A] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hol | holen | holer | holene |
genitief | hols | holens | holers | holenes |
[A]: hol, m
- een kleine vlakke hoop
- een lav haug (op een muur of oppervlak)
[B] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | hol | holet | hol | hola holene [1] |
genitief | hols | holets | hols | holas holenes |
[B]: hol, o
- gat, opening
- (figuurlijk) toegang
- gat, kuil, kom, laagte, put, verdieping
- hiaat, lacune, leemte
- gevangenisruimte
- dakkamer, zijkamer, zolderkamer (een kleine donkere afgelegen kamer)
- «Hybelen var et trangt hol.»
- Het hok was een smalle zijkamer.
- «Hybelen var et trangt hol.»
- negorij, een achtergebleven gehucht, gat
- [1]: krype gjennom et hol i gjerdet
door een gat in het hek kruipen
- [1]: slå et hol i muren
een gat in de muur slaan
- [1]: slite hol på strømpene
de gaten in de kousen sluiten
- [1]: rive hol i buksebaken
een gat in de broek rijten
- [1]: ha hol i ørene (for ørepynt)
gaatjes in je oren hebben (for het oorsieraat)
- [1]: spenne inn beltet et hol
(figuurlijk) de buikriem aanhalen / versoberen
- [3]: veien var full av hol
de weg was vol gaten
- [4]: ha store hol i kunnskapene
een hiaat in de kennis van iets hebben
- [5]: putte en i holet
iemand in een gevangeniscel stoppen
- [5]: et avsidesliggende hol
een achtergebleven gehucht
hol
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hol
- ↑ Taalhervorming 2005
Rettskrivningsendringer fra 1. juli 2005, punt 1.1.1 (in het Noors)
- hol
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | hol | holare | holast |
o enkelvoud | holt | |||
meervoud | hole | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
hole | holare | holaste |
hol
- [1]: berre hole frasar
holle frazen
- [2]: ein hol trestomn
een holle boomstam
- [4]: eit holt kinn
een holle wang
- [4]: ei hol hand
een holle hand
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *hulaz
hol
- Afgeleid van het Oudfriese hol
hol
- IPA: /ɦɔl/
- hol
hol
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord holit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Bijwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geologie in het Nederlands
- Dierkunde in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Alemannisch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Alemannisch
- Woorden in het Angelsaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Angelsaksisch
- Woorden in het Hongaars
- Woorden in het Hongaars met IPA-weergave
- Bijwoord in het Hongaars
- Woorden in het Nedersaksisch
- Werkwoord in het Nedersaksisch
- Werkwoordsvorm in het Nedersaksisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Noorse woorden naar herkomst uit het Oudnoords
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Dubbele betekenis in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 3
- Nynorske woorden naar herkomst uit het Oudnoords
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nynorsk
- Woorden in het Oudhoogduits
- Woorden in het Oudhoogduits van lengte 3
- Bijvoeglijk naamwoord in het Oudhoogduits
- Woorden in het Saterfries
- Bijvoeglijk naamwoord in het Saterfries
- Woorden in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch