bolstaand

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·staand
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen bolstaand
verbogen bolstaande
partitief bolstaands

Bijvoeglijk naamwoord

bolstaand [1]

  1. van een vat dat de wanden bol naar buiten stand onder invloed van inwendige druk
    • Ondertussen onderzoekt de politie wat voor afval er precies in de vrachtwagen zat. Dat de buurtbewoners groot gevaar liepen, staat wel vast. Bij de brandweer gingen zondagochtend alle alarmbellen af toen zij tussen het afval een bolstaand vat ontdekte. Daar zat een oplosmiddel in, vermoedelijk aceton. Het stofje, vooral bekend als nagellakremover, is extreem brandbaar en soms zelfs explosief. [2] 
  2. van iets dat het overvol is
    • En hebben we niet allemaal gezien wat er gebeurt wanneer schoonmakers staken en vuilnismannen bolstaande containers laten staan? De burgemeester daarentegen, kan gerust een week of langer gemist worden. Een beetje respect voor de Henken en Anita’s onder ons is dan ook wel op zijn plaats. [3] 
    • Maar ook de rondslingerende sokken, de rotzooi op de trap die niemand mee naar boven neemt, de chronisch bolstaande wasmanden, de vaatwasser die nog uitgeruimd moet worden, de opgedroogde koffiekringen op de wit geschilderde tafel en het aloude dopje van de tandpasta; ze zorgen er allemaal voor dat bronstige plannen direct worden gesaboteerd. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen