bollenschuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bol·len·schuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bollenschuur | bollenschuren |
verkleinwoord | bollenschuurtje | bollenschuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- schuur van een bloembollenkweker
- ▸ In Voorhout is een bollenschuur in vlammen opgegaan. Door de enorme rookontwikkeling moesten mensen in de Haarlemmermeer ramen en deuren gesloten houden.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bollenschuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Grote brand in Voorhout” (Vrijdag 13 mei 2011, 08:00), NOS