avoir du bol

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Uitdrukkingen en gezegden

avoir du bol

  1. (spreektaal) mazzel, geluk hebben
    «Ces années-là sont celles de tous les excès : grosses voitures, soirées alcoolisées, poudre à volonté. En face, des flics désabusés : « Si on avait du bol, on mettait une ou deux personnes en prison par an », admet l’un d’entre eux.»[1]
    Dat waren de jaren van alle excessen: dikke auto's, avondjes vol drank, coke naar hartenlust. Ermee geconfronteerd, de zwaar gedesillusioneerde agenten: „Als we geluk hadden, dan hadden we jaarlijks één of twee personen achter de tralies gezet”, bekende één van hen.
Synoniemen
Antoniemen

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 oktober 2020 Weblink bron
    Audrey Fournier
    “New York, années 1970 : dans les coulisses de la lutte antimafia” (1 augustus 2020 [herzien: 3 augustus 2020]) op lemonde.fr