convex
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·vex
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bolrond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1659 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | convex | convexer | |
verbogen | convexe | convexere | |
partitief | convex | convexers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
convex
- (natuurkunde) bolrond, met een gebogen oppervlak
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. bolrond, met een gebogen oppervlak
Bijvoeglijk naamwoord
convex
- partitief van de stellende trap van convex
- Dat is iets convex...
Gangbaarheid
- Het woord convex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "convex" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.