kaasbol
Uiterlijk
- kaas·bol
- samenstelling van kaas en bol [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaasbol | kaasbollen |
verkleinwoord | kaasbolletje | kaasbolletjes |
de kaasbol m
- een kaas in de vorm van een bal, een Edammerkaasje
- hoed in de vorm van een Edammerkaasje, garibaldihoed
- kaaskop, een domme jongen
- Het woord kaasbol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaasbol" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be