brievenbuspost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brie·ven·bus·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brievenbus zn en post zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brievenbuspost | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- brieven en andere post die men kan posten in een openbare brievenbus en die bezorgd kan worden in de brievenbus van de ontvanger
- ▸ De bezorging van de brievenbuspost ging de eerste drie maanden van dit jaar juist verder naar beneden, met 12,3 procent. De geadresseerde post daalt al jaren, en zakte verder in door de coronacrisis. Want hoewel mensen meer kaarten aan vrienden en familie stuurden, hebben bedrijven veel advertentiecampagnes uitgesteld vanwege de financieel moeilijke tijden. Ook was vorig jaar voor PostNL het eerste kwartaal relatief goed, omdat er toen voor de verkiezingen veel post verstuurd werd.[1]
- ▸ Terwijl de pakketbezorging flink groeide in de coronacrisis, daalde de hoeveelheid brievenbuspost. In de eerste weken van de pandemie stuurden we weliswaar meer kaartjes aan elkaar, maar dat kon de daling door uitgestelde advertentiecampagnes per post niet goedmaken.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'brievenbuspost' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Flinke stijging bezorging pakketjes bij PostNL door corona” (Maandag 4 mei 2020, 08:16), NOS
- ↑ Weblink bron “Omzet PostNL omhoog dankzij al die onlineaankopen in coronatijd” (Maandag 3 augustus 2020, 08:26), NOS