postzak
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- post·zak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post zn en zak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postzak | postzakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- zak waarin men de poststukken verzamelt en vervoert die voor een bepaalde plaats bestemd zijn
- Máxima verscheen tot in de puntjes verzorgd in een mosgroen broekpak van Jan Taminiau. De koningin draagt vaker creaties van deze Brabantse designer. Zo droeg ze eerder al, tijdens de Arnhem Mode Biënnale in 2009, het postzakjasje en, op de inhuldigingsdag in 2013, een koningsblauwe jurk van zijn hand.[2]
- Bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart hadden Nederlanders over de grens problemen met stemmen, omdat ze hun papieren te laat of helemaal niet ontvingen, vooral door trage of onbetrouwbare postbezorging. In sommige landen is het geen uitzondering dat een postzak een paar weken op een lokaal postkantoor blijft staan, aldus Krikke.[3]
Anagrammen
Vertalingen
1. zak om poststukken in te verzamelen en te vervoeren
Gangbaarheid
- Het woord postzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'postzak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf INDRA JAGER EN KIKI VAN DER MEIJDEN 09 mrt. 2017
- ↑ de Telegraaf 07 jul. 2017
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %