stuurpost
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stuur·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sturen ww en post zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuurpost | stuurposten |
verkleinwoord | stuurpostje | stuurpostjes |
Zelfstandig naamwoord
de stuurpost m
- (verkeer) plaats waar de chauffeur zit in een trein of tram
- Het ETCS-veiligheidssysteem 'garandeert een permanente controle en snelheidsbewaking van de treinrit en zorgt voor een automatische remming wanneer de trein voorbij een rood sein rijdt of zich niet aan de maximaal toegelaten snelheid houdt', zegt Infrabel in een persbericht. Niveau 2 voegt toe dat er voortdurend informatie wordt uitgewisseld tussen stuurpost en spoorinfrastructuur via het digitale communicatienetwerk GSM-R. [1]
- Normaal wacht de trein die richting Hamont spoort daar, tot de trein in omgekeerde richting in het station is aangekomen.’ ‘Donderdagavond reden er dus per uitzondering twee treinen tegelijk. Aan de trein die het dichtst bij het station stond, zaten gelukkig twee stuurposten. De achterkant van de trein werd de voorkant. De machinist wisselde van stoel en de twee treinen reden rustig het station van Neerpelt binnen.’ [2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'stuurpost' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stuurpost" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ De Standaard 14/10/2014 door Jta Siemens krijgt Belgisch spoorveiligheidscontract van half miljard euro
- ↑ De Standaard 28 MAART 2015 mm Botsing tussen twee treinen tijdig vermeden dankzij rood licht
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be