controlepost
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- con·tro·le·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van controle en post
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | controlepost | controleposten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- centrale plaats van waaruit men controle uitoefent
- langs een route waarbij men alle voorbijgangers controleert
- Het is het land dat ze vorig jaar ontvluchtte - eerst vanwege Assad, later ook IS - kort nadat haar oom en tante door IS-leden bij een controlepost door hun hoofd werden geschoten. Zoals de meeste Syriërs namen Nujeen en haar zus via Turkije de boot naar het Griekse vasteland, en bereikten ze via de Balkanroute Duitsland. Maar zoals weinig vluchtelingen legde ze die 6.500 kilometer af in een rolstoel. [2]
Gangbaarheid
- Het woord controlepost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "controlepost" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Maral Noshad Sharifi 21 november 2016,
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be