postbedrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord postbedrijf postbedrijven
verkleinwoord postbedrijfje postbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het postbedrijfo

  1. bedrijf dat zorgt voor het vervoer en de bezorging van postbrieven, postkaarten en poststukken
     In een speciale zitting heeft het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel aangenomen dat de bezuinigingen op het postbedrijf moet terugdraaien. Daarnaast moet het bedrijf nog eens 25 miljard dollar krijgen.[2]
     De postbedrijven PostNL en Sandd mogen toch fuseren. Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken maakt gebruik van haar bevoegdheid de fusie goed te keuren ondanks het negatieve advies van mededingingsautoriteit ACM. Die gaf eerder geen toestemming voor de overname van Sandd door PostNL.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Huis VS wil miljardensteun postbedrijf om stemchaos te voorkomen” (Zondag 23 augustus 2020, 04:46), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Fusie PostNL en Sandd gaat toch door” (Vrijdag 27 september 2019, 17:45), NOS