postzending

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·zen·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord postzending postzendingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de postzendingv

  1. iets dat met de post verzonden is
     Acht DUO het realistisch om de burger te belasten met een bewijsplicht van niet-ontvangst? Hoe ziet DUO dit voor zich? (Met andere woorden: hoe denkt DUO dat een burger een niet-ontvangst van een reguliere postzending aannemelijk kan maken?)[1]
     De politie onderzoekt verder of de brief met de reguliere postzending is meegekomen, of apart is bezorgd. Aan wie de brief was gericht wil de politie niet zeggen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Reactie DUO” (Maandag 29 november 2021, 16:59), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Poederbrief bij Justitie Den Bosch” (Woensdag 7 augustus 2013, 12:56), NOS